New York aast op een nieuwe bron van inkomsten: een belasting van 0,2% op elke crypto-transactie, inclusief NFT’s. Democratisch Assemblylid Phil Steck is de architect van dit plan, dat ruikt naar een wanhopige poging om gaten in de begroting te dichten.

Het wetsvoorstel, waarvan de implementatie gepland staat voor 1 september, mikt op een directe geldstroom. De belastingopbrengsten? Die gaan naar ‘programma’s tegen drugsmisbruik’. Een nobel doel, maar de vraag is of de crypto-industrie hier de rekening voor moet betalen.

Miljoenen extra, of een exodus?

New York pocht graag met zijn status als fintech-hub. Bedrijven als Circle, Paxos en Gemini hebben zich er gevestigd. De verwachting is dat de belasting flink wat oplevert. Maar pas op: de crypto-industrie is mobiel. Als New York het te bont maakt, zoeken deze bedrijven een gunstiger klimaat elders. De vraag is: miljoenen extra, of een exodus van bedrijven?

Het wetsvoorstel moet nog door een bureaucratische hoepel springen: commissies, stemmingen, de Senaat en uiteindelijk de gouverneur. Een lange weg, met genoeg ruimte voor tegenstand.

Een lappendeken van belastingregels

De VS is een verdeeld koninkrijk als het om crypto-belastingen gaat. De federale overheid en de staten hebben beide een vinger in de pap, wat resulteert in een onnavolgbaar systeem. Sommige staten proberen bedrijven te lokken met belastingvoordelen, terwijl New York dus de omgekeerde weg bewandelt.

Californië en New York behandelen crypto als contant geld, terwijl Washington juist belastingvrijheid nastreeft. Een recept voor verwarring en arbitrage.

New York: pionier of pestkop?

New York was in 2015 de eerste staat met de beruchte BitLicense. Strenge regels joegen sommige bedrijven weg, terwijl anderen de regulering omarmden. Nu gooit New York het dus over een andere boeg: een transactiebelasting. De vraag is of dit een slimme zet is, of een doodsteek voor de lokale crypto-industrie. De tijd zal het leren, maar één ding is zeker: New York neemt een risico.